Buurtschap Hazestraat zoekt onderdak voor dahliaknollen: 'Een vorstvrije plek zou geweldig zijn'

Buurtschap Hazestraat uit Valkenswaard heeft een nieuwe opslagruimte nodig voor haar kratten met dahliaknollen. Dit jaar stonden ze in de lege Mariakerk, maar vanwege bouwplannen moet voor de knollen een andere plek gezocht worden teneinde met het bloemencorso van 2025 ook weer mee te kunnen doen.

Op het kerkplein naast de Mariakerk aan de Warande staat sinds kort een lange aanhanger. Deze oplegger is van Buurschap Hazestraat en zit vol met materialen en gereedschappen, bestemd voor het bouwen van een wagen voor het bloemencorso van 17 september 2024. Allerlei mannen en vrouwen lopen rond met steigerpijpen, hekwerken en kabels. Het wordt al snel duidelijk: de koorts voor het aanstaande bloemencorso begint in het dorp zoetjesaan op te lopen. Nog even en dan zet Hazestraat haar immense bouwtent weer op, op de hoek Hazestraat/ Leenderweg.

Veldcoördinator en ondersteuner

Voor een corsowagen zijn niet alleen ijzer, staal, gaas en papier nodig, maar vooral ook veel bloemen. Heel veel bloemen. Daarvoor heeft de buurtschap een veld ter beschikking aan de Brugseheide. Op het perceel pieken verschillende betonijzers de lucht in. Tegen de slootkant staat een schaftkeet die wel wat weg heeft van een pipowagen: van de hippe kleuren word je vrolijk. Binnen staat allerlei tuingereedschap, staan grote klossen met blauw touw, hangen foto’s aan de wand en op tafel staan een pak suiker en koekjes. Aan de werktafel zitten veldcoördinator Jan Dijkhoff van de Corsobuurtschap Hazestraat en ondersteuner Jasper van Velthoven. De mannen beheren het bloemenveld, dat ze pachten van de buurman die erlangs woont. Jasper: “Vroeger was er sprake van één centraal bloemenveld voor iedere buurtschap. Maar sinds twaalf jaar hebben wij ons eigen perceel om bloemen te kweken.”

Enkele weken geleden zijn de knollen weer in de grond gestopt. Jan: “We hebben zo’n 6500 tot 7000 knollen voor zes verschillende kleuren bloemen. De knollen hebben we eerst opgehaald in de Mariakerk, waar ze overwinterd hebben.” Jasper haalt uit een doos enkele geplastificeerde kaartjes van bloemsoorten, die in het veld zijn gepoot. Keurig langs een lijn, van betonijzer naar betonijzer, waartussen tijdelijk het blauwe touw is gespannen. Kun je aan de knollen de verschillende kleuren zien? Volgens Jasper kan dat wel, maar dan moet je een kenner zijn. De knollen zijn ooit gekocht bij een knollenkweker. “Als je grote hoeveelheden wilt, moet je die vaak al twee jaar van tevoren bestellen”, zo klinkt het. Jan: “In Valkenswaard worden zo’n dertig verschillende kleuren gebruikt, landelijk zijn er zo’n veertig.” De knollen moeten van tijd tot tijd ververst worden. “Wij vervangen jaarlijks zo’n twintig procent, als de kwaliteit afneemt.”

Stekken of scheuren

De beide heren weten van iedere soort hoeveel bloemen er van een knol komen. “Zodra een knol nog maar zes of zeven bloemen geeft, begint deze op te raken, de fut raakt eruit. Dan nemen we daar afscheid van en kopen we nieuwe. Elke knol kost tussen de twintig en vijftig cent. Tel maar uit wat de waarde van die 7000 knollen is.”, zegt Jan lachend. Om minder te hoeven kopen, worden knollen soms gestekt of gescheurd. Daarmee kun je een knol verdelen in twee of drie nieuwe knollen, wat natuurlijk kosteloos is en dus aantrekkelijker voor de penningmeester.

Het grote probleem voor de groep Hazestraat is op dit moment het opslaan van de knollen, zodra ze weer uit de grond gehaald worden in november. “Eerst werden ze opgeslagen in een grote privé-kelder in Overpelt. Daarna gingen we ’n jaar naar een bedrijfspand in Veghel, daarna hadden we een gedeelte van een stal aan de Maastrichterweg en het afgelopen jaar konden we in de Mariakerk. Maar nou moeten we ook daar weer verkassen vanwege bouwplannen” zegt Jasper.

Waaraan zou een opslagplaats moeten voldoen? Jan: “Het belangrijkste is dat de knollen vorstvrij staan. Dan zijn we al heel blij. Als de knollen van november tot april koel staan en er een beetje ventilatie zou zijn, zouden we dat helemáál geweldig vinden.” De knollen worden in ongeveer 400 kratten gedaan en vijf tot zeshoog opgestapeld. Daardoor hebben ze ongeveer 25 tot 50 vierkante meter nodig. Hoe minder daglicht ze hebben, hoe beter het voor de knol is.

Het is duidelijk: de vrijwilligers van Buurtschap Hazestraat hopen de komende weken in contact te kunnen komen met iemand die bereid is om de dahliaknollen onder te kunnen brengen.

Senioren

Uiteraard wordt nog even naar het perceel gekeken waar enkele weken geleden de knollen in de grond zijn gestoken. “Het ziet er beter uit dan vorige week; toen stond daar achter nog water op het land. Gelukkig is dat nu weggezakt”, aldus Jasper. Iedere maandag is hier een groep senioren enkele uren bezig met schoffelen tussen de jonge planten. Duidelijk is te zien dat er al drie of soms vier stekjes uit één knol komen. “Dat worden er straks zes of misschien wel zeven”, legt Jan uit. Iemand die plek heeft voor de knollen, of een goed idee, kan mailen via jan@dijkhoff.com.

Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android