Acht kabouters op een bank, enkele varkentjes tussen het gras en verschillende vogelhuisjes boven het raam. Dáár kun je gerust aanbellen. Zeker ook omdat op een autoband 'Welcome' staat te lezen. Volgens een eigengemaakt naambordje wonen hier aan De Kreijenbeek Harry Cremers, Jo Mansvelders en Missy de poes.
De naam 'De Kreijenbeek' is vastgesteld op 26 november 1970. Het is een toponiem: kreijenbeek ‘kraaienbeek’: de naam voor een waterloop in de Nederheide. Volgens zegslieden zo genoemd omdat zwarte kraaien er altijd neerstreken alvorens naar het Kraaienbos in Heeze, aan de andere zijde van de Tongelreep, te vliegen. Meer waarschijnlijk is de benaming naar de ligging ten zuiden van de Galgeberg; kraaien kwamen gewoonlijk af op de lijken aan de galg, zo valt te lezen in het straatnamenregister.
Op tafel bij Harry en Jo staat een boeket bloemen. Vitrinekasten staan mudjevol met olifantenbeeldjes. Er hangen zakhorloges, staat een schip, een mok met poes erop en een kattenkwartetspel. Naast de kast staan enkele flessen ondersteboven in een rekje; Schotse Whisky en rum. Harry, geboren in Maastricht, is bezig met broodbakken. “Ik maak volkorenbrood, waldkornbrood, bruinbrood en zo. Kijk, dit gaat na rijzen, kneden en rijzen drie kwartier in de over voor heerlijke mik.”, en hij laat een bakblik zien met brooddeeg. “Vanavond weer lekker vers brood.”
Harry deelt samen met Jo het huis. “We zijn vrijgezellen. Jo is een echte en ik kon nooit niks krijgen. Met tweeën samenwonen ging wél. Als tweeverdieners krijg je gemakkelijker een woning.” In 1999 komt Harry in De Kreijenbeek wonen met Bert, maar kent de wijk nauwelijks. Als hij op bezoek gaat bij kennissen moet hij zó zoeken, dat hij het bijna opgeeft. “Nu weet ik dat alle even nummers aan de buitenkant liggen en de oneven aan de binnenkant.”
Hoe ben je hier terecht gekomen? Harry: “Ik wilde weg. Er stond een advertentie in de krant van HHvL Eindhoven over woningaanbod. Bert, mijn buurman, wilde ook verhuizen en we hebben ons laten inschrijven als tweeverdieners.” Na zes weken moeten de heren zich melden, want huren kán, maar dan moet er wel een huwelijk of samenlevingscontract zijn. Hij lacht en zegt: “Ik heb geen verkering met een vent, en Bert niet met mij. Maar als we dat niet deden, ging de woning door onze neus! Daarom hebben we een samenlevingscontract laten opmaken en we kregen de sleutel.”
Bert gaat op de verdieping wonen, Harry (67) beneden. Na tien jaar komt Bert zijn oude liefde tegen en vertrekt. “Jo ken ik al heel lang, is ook vrijgezel en vertrekt bij zijn moeder van 84 om hierboven te komen wonen. Hij moest eerst drie jaar inwonen voordat hij officieel mocht huren.” Ruim veertien jaar woont Jo nu in bij Harry, die 43 jaar in de Eindhovense horeca werkte. “Altijd met heel veel liefde en plezier, eerst in Queen Bee en toen in Caroussel. In 2015 kreeg ik een bacterie in mijn rug en na maanden sukkelen werd ik afgekeurd, wat ik heel erg vond.”
De gastheer is blij dat hij in Brabant woont. “Ik zou niet meer terug willen naar Limburg”, zegt hij vastberaden. “Mijn moeder overleed heel vroeg en ik werd opgevoed door opa en oma. Na mijn militaire dienst ben ik in dit dorp terecht gekomen. Het heeft gewoon zo moeten zijn. Ik moet zeggen: geef mij maar het Brabantse land. Ik heb hier mijn hart verpand. Mijn tante van 83 help ik elke dag met lopen, doe haar was, de strijk, speel met de hond, doe stofzuigen en zo meer.”
De voortuin van Harry is opvallend. “Ik probeer de buurt te triggeren. Ik ben gewend aan een zoete inval. Met corona is dat allemaal vervallen. Ik geniet als mensen met kleine kinderen langskomen en stoppen bij de tuin.” Hij weet dat je met kleine dingen gelukkig kunt zijn. Harry: “Behalve voor olifanten heb ik ook belangstelling voor dwergen. We zijn met één dwergje in de tuin begonnen. Er kwam er nog een en wéér een. Toen kwam Sneeuwwitje, maar die heeft zeven dwergen, dus we kochten er nóg ’n paar.” Inmiddels staan er ook varkentjes, egeltjes en hamsters. “Af en toe maak ik een andere opstelling en binnenkort haal ik ze binnen vanwege de vorst”, zegt de gastheer. Inmiddels staan er ook vogelkooitjes op het rolluik. Maar volwassenen hebben ook hun aandacht. Drie keer per jaar vullen ze grote tassen met boodschappen en brengen die naar de Boodschappenmand, of ze kopen voor anderen ontbijtbonnen bij de Lidl.
De heren hebben fijne buren en lopen de deur niet plat. “Maar als er iets is, staan ze klaar. Al is het maar een pakketje opvangen of de heg knippen. Natuurlijk breng ik soms wel een stukje gebak.” Harry zorgt graag voor blijde gezichten. “In deze wijk gaat het goed, zeker nu de gemeente die kuilen heeft gegraven voor regenafvoer. Het is allemaal perfect met al dat groen.” In het begin verbaast men zich over twee mannen in een huis. Harry legt dan graag uit hoe het precies zit: we wonen samen maar hebben geen relatie. Alleen de badkamer delen we, en ik zorg voor het eten, omdat ik thuis ben. Verder zou ik het liefst elke dag visite krijgen, maar dat is niet meer. Dat moet ik maar vergeten.”
Dan komt Jo binnen en maakt een praatje. “Ik doe hier mijn best en laat hem alles doen”, lacht hij. Al gauw blijkt dat Jo het liefst kinderboeken leest. “Ik heb er al tweeduizend, ik moet nu stoppen met verzamelen.” Even gaat het over zijn werk bij de grootste bussenmaker van Valkenswaard en over een gezellige halloweenhorroravond met kennissen. “Met horrorfilms en hapjes!”, volgens Harry. En dan hebben we het nog niet over de katten gehad: Charlie en Docus, en daarna Tijger en Missy. Missy is nog over en ligt nu boven te slapen.
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android