Luister
muziek
07 Mei 2025 21:42
Deel dit artikel:

Bravo Compagnie heeft collectie militaire voertuigen: 'Dit museum komt naar mensen tóe'

Henk Boons vertelt nota bene op Bevrijdingsdag enthousiast over de militaire transportmiddelen en andere objecten die soldaten hebben gebruikt om de vrede te kunnen bereiken. Aan de Opperheide heeft hij samen met zijn broer Co een mobiel museum.

valkenswaard24
  / Evert Meijs
  • Beeld - Evert Meijs
Advertentie

Aan het begin van de oprit staan twee bordjes waarop te lezen is Open Huis Stichting Bravo Compagnie. Een echtpaar komt daar juist vandaan en wil naar huis fietsen, in Budel. “Het is de moeite waard hier, en de koffie is voor niks!”

Voor het eerst zet de Bravo Compagnie haar deuren open. Op de Opperheide 3 staat een indrukwekkende hoeveelheid militaire voertuigen en ligt, staat en hangt er allerlei gereedschap voor het rollend materieel. In één van de hallen is een heuse smeerput. Elke hoek is gevuld met onderdelen, tekstborden en zo meer.

Logo Bravo Compagnie

In een andere hal zitten twee dames. Eén van hen: “Ik kom uit Budel. Wil je koffie? Wij van Van der Aalst hebben zelf ook voertuigen in Budel-Dorplein en hebben veel connecties met de familie Boons. Zij hebben bijvoorbeeld geen ziekenwagen die rijdt, en wij wel.” Intussen komt Henk aanlopen in een zwart shirt met het logo van de Compagnie. Hij vertelt dat 1984 het startjaar is van de verzameling, met een Jeep die volgnummer 1 krijgt. “Die wagen kregen mijn broer Co en ik in dat jaar van ons pa en ma.”

Vader blijkt gefascineerd door Jeeps en belooft Henk zo’n wagen als hij slaagt voor zijn rijbewijs. “Ik slaagde en er kwam een Opel Ascona!” Pas als Co ook slaagt, komt pa zijn afspraak na en wordt een Jeep aangeschaft. “Zo is de liefde voor militaire voertuigen begonnen.” Als de wagen hier en daar begint te roesten, wordt hij door en gerestaureerd en wordt ’n tweede gekocht. Inmiddels hebben de broers er vier. “We gingen in 1989 met de Jeep en een militaire Daf naar Normandië en zagen daar veel groter materiaal. Toen kochten we een GMC; die staat daar achterin. Die heeft ons nummer 4.”

Mestkelder

Dan kopen ze ’n ééntonner en een Dikke Daf. “Op een gegeven moment heb je hier een schuurtje, daar een schuurtje, dan werd er weer huur opgezegd. In 1996 kregen we een tip dat deze boerderij te koop stond. We kochten die en hadden voor het eerst een hal die groot genoeg was voor grote transportmiddelen.” Hij wijst rond en zegt dat deze hal aanvankelijk voor jongvee wordt gebruikt. Als het woonhuis bewoonbaar is gemaakt, wordt hier de kapconstructie vernieuwd en zo ontstaat een prima ruimte, waarbij de mestkelder smeerput wordt. “Toen konden we echt vooruit. Mijn broer is werktuigbouwkundige en ik elektricien. Maar vooral door het dóen leerden we alles over motoren en voertuigen.”

Er staan draaibanken, freesbanken enzovoort. Als bepaalde onderdelen niet meer te verkrijgen zijn, kan Cor die vaak zelf maken. Voor de uitlaatgassen is een afzuigsysteem gemaakt. Kortom, het ziet er professioneel uit. Is het een hobby of een kostwinning? Henk: ”Nee, nee, het is een kostenpóst. En we handelen er niet in. De voertuigen die we gekocht hebben, gaan nooit meer weg. Je zult zien dat de schuren en hallen vol staan. Ook buiten staat allerlei rollend materieel.” Veel voertuigen zijn rijvaardig. Een takelwagen is vorig jaar klaargemaakt voor Market Garden. “Je rijdt er niet voor de lol mee: het is een liter per kilometer, hè.”

Op de vraag wat de broers drijft om hiermee bezig te zijn als ze niet meer willen aankopen, liever niet rijden vanwege de kosten en veel geld investeren? Henk: “Je hoort nu steeds over het herinvoeren van de dienstplicht. We vragen vaak: weet je wel wat dat betekent? Ben je zelf wel ooit in dienst geweest? We willen bewustwording creëren dat een leger nodig is. Het thema Vrijheid is niet vanzelfsprekend houdt nogal wat in. Het is nu al moeilijk om die 70.00 militairen allemaal te kleden.”

PIROC

Het pronkstuk van de collectie is de YP 4x8, een voertuig dat dient als instructiemodel. Henk loopt er heen en legt uit dat het gaat om een pantserwagen die helemaal is opengewerkt. Deze is bedoeld geweest om de chauffeurs van het Prinses Irene Rijopleidings Centrum uit te leggen hoe de wagen in elkaar zit. Je ziet een immense pantserwagen, met acht wielen en op grote hoogte twee spiegels voor de chauffeur. Een oranje zwaailicht piekt er bovenuit.

“Alle leidingen die geel zijn, hebben te maken met perslucht. Wat donkerblauw is, is van de remolie, de stuurstangen zijn geel/zwart. Dus dit is puur een instructiemiddel.” Dan blijken er slechts twee van gebouwd te zijn. De andere stond in de Kromhoutkazerne in Utrecht en nu in het TD-museum van Soesterberg

Starre assen

Dan volgt een indrukwekkende wandeling langs andere hallen. Henk vertelt over het ene na het andere transportmiddel in de openlucht en af en toe duizelt het als hij zijn verhaal ondersteunt met afkortingen en getallen. Zo wijst hij op een Daf YA-314, een drietons-vrachtwagen 4x4 24 volt 6 cilinder benzine 102 pk met conventionele opbouw en twee starre assen, later vervangen door de YA-4440. De Y geeft steeds aan dat het om een militair voertuig gaat. Je moet dus al aardig thuis zijn in motorvoertuigen, of militair geweest zijn om alle getallen en vaktermen te kunnen plaatsen.

Omdat Henk en Cor zich -zoals ze zelf zeggen- netjes willen gedragen, weten weinigen van het bestaan van deze verzameling. “We willen geen overlast bezorgen. We rijden de openbare wegen niet stuk en beschadigen geen bomen en struiken. We maken geen reclame. Toch hebben we besloten vanwege de tachtigjarige bevrijding alles open te zetten voor het publiek. Maar we zijn uiteindelijk een mobiel museum: we gaan naar de mensen tóe.”

Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android

Deel dit artikel:
Advertentie



Ga terug
Advertentie
Advertentie