De hoogkar was lange tijd één van de grotere landbouwvoertuigen in onze contreien. Aan de Maastrichterweg in Valkenswaard staat al ruim veertig jaar zo’n exemplaar in de tuin en is zichtbaar vanaf de weg. Zoals het er nu naar uit ziet, gaat de kar geen veertig jaar meer mee, daarom is het tijd om deze typische Kempische wagen voor de eeuwigheid vast te leggen.
De tweewielige kar van misschien wel tachtig jaar oud staat op een stenen vloertje en is van het type hoogkar, in tegenstelling tot een aardkar. De hoogkar werd vroeger hoofdzakelijk gebruikt voor het vervoer van hooi, graan en stro. Natuurlijk zorgt het paard voor het vooruittrekken van de kar. Daarvoor zitten er aan de voorzijde twee lange houten stokken; de burries, waar het paard tussen komt te staan en kan worden ingespannen met riemen en kettingen. Op het einde van de burries is een klein houten vloertje, waar de boer op kan staan of zitten. Daarvoor is aan de linkerzijde een beugel aangebracht die als opstapje dient. Op het vloertje staat nu als versiering een typische aardappelriek.
Goederen- en personenvervoer
De kar is als het ware een grote bak op twee wielen. De vier opstaande borden zijn met elkaar verbonden door korte kettingen en maken de kar dus geschikt voor het vervoer van allerlei producten. De zijborden bevatten enkele ogen, waardoor er nog een plank extra bovenop gezet kan worden om nog meer bieten of wortelen te kunnen wegbrengen. Bovendien zit er aan weerszijden aan de buitenkant ook een plank die kan dienen als zitbank. Want de hoogkar is ook geschikt voor personenvervoer en kan daarom voorzien worden van hoepels waar een doek overheen gespannen wordt.
Restauratiebeurt
Eigenaresse Els van de Mortel-van der Palen zegt dat de hoogkar al zeker veertig jaar in de tuin staat. “Mijn man kocht hem van De Pepel. Die woonde vroeger aan de Opperhei.” Haar inmiddels overleden man schilderde regelmatig de kar in de groen-rood-zwarte kleur.
Of het echtpaar van boeren komaf is? “Nee, wij hebben altijd in de textiel gezeten. Maar we hebben wel altijd paarden gehad, wel zeven.” Els verontschuldigt zich dat het hoog tijd wordt dat de wagen weer geschilderd wordt. Maar er zal zeker eerst nog een restauratiebeurt aan vooraf moeten gaan. De grote wielen, van wel 1,5 meter doorsnee, zijn danig weggerot. “Ik denk wel eens: ik ruim hem op, maar och, hij staat niemand in de weg.”
De madam
Voor en achter de wagen is op vier plaatsen een paaltje gezet, zodat de hoogkar niet voor- of achterover kan slaan. Officieel hoort er onder de wagen een opklapbare paal te hangen, de madam of de stelt. Die wordt recht geklapt zodra het paard uitgespannen wordt. Achter stond dan een achterstelt. Er zijn prachtige ansichtkaarten in omloop waarop te zien is dat de hoogkar-met-huif gebruikt wordt als taxi. Maar ook de overledene werd in een kist op de hoogkar naar de kerk gereden.
Uit een oude bewoningsindex blijkt dat zich in Valkenswaard-centrum een wagenmakerij bevond aan de Maastrichtse Baan, eigendom van Jaspers. De hoogkarren werden steeds op bestelling gemaakt. Het plaatsen van de metalen band om het houten wiel was een kunst op zich. Het wiel werd op de grond gelegd en de band werd op de grond heet gestookt. Met tangen werd deze dan opgelicht, om het houten wiel heen gelegd en afgekoeld met water. Zo ontstond een zeer stevig karrewiel, waardoor de hoogkar tot wel 3000 kilo goederen kon vervoeren met paardenkracht. Natuurlijk was de smid nodig om alle ijzerwerk te smeden.
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android