Afgelopen maand had de Dag van het Jodendom. Het dichtstbijzijnde gebedshuis voor de joden in onze regio bevindt zich aan de Hendrik Casimirstraat in Eindhoven. Rabbijn Simcha Steinberg en voorzitter Max Loewenstein van de joodse gemeente Brabant geven deze week uitleg over het jodendom en bieden volgen de week een kijkje in de gebedsruimte.
Het is avond. In een donkere straat in de Eindhovense wijk Oud-Strijp ligt de buurtschap Vonderkwartier. Nummer 23 dateert uit 1930 en fungeert sinds 1958 als synagoge. Vanwege de schemering is moeilijk te zien welke tekst boven de ingang is aangebracht, maar het zijn Hebreeuwse letters. Als de voordeur open zwaait, heten Max Loewenstein en Simcha Steinberg je hartelijk welkom.
In een gemeenschapszaal staat een lange tafel. Op de hoek twee thermoskannen met koffie, theewater en een bakplaat met gebak. Beide heren hebben een keppeltje op hun hoofd en laten daarmee zien deel uit te maken van de joodse gemeenschap en tonen daarmee bovendien respect voor het hogere; het gevoel dat er iets bóven hen is. In de wetenschap dat bij de joden heel veel Hebreeuwse woorden gebruikt worden, blijkt een voorstudie over sjabbat, chanoeka, sjofar, kosjer, sjoel en Thora geen overbodige luxe.
De koffie wordt door de rabbijn ingeschonken en hij biedt de lekkernij aan die ernaast staat. “Kosjer gebak, meegebracht uit Antwerpen.” Dan legt Simcha Steinberg uit dat hij afkomstig is uit Israël. “Mijn schoonvader komt uit Utrecht, ik trouwde tien jaar geleden in Amerika met zijn Utrechtse dochter en we gingen van daaruit naar Oekraïne voor de joodse gemeenschap. Inmiddels ben ik vijf jaar rabbijn in Eindhoven. Hier komen veel joden vanuit Israël en Amerika, vanwege Philips en ASML.” Steinberg legt uit dat de rabbijn vroeger vooral in de synagoge te vinden was, terwijl de mensen met vragen naar hem toe kwamen en les kregen. “Nu is het veel meer pastoraal werk. Ik leg contacten met mensen en zorg voor armen en zieken. Ik doe dus veel huisbezoeken en geef les. Daarnaast is er hier een kosjere winkel. Mensen kunnen bij mij eten en vlees kopen. Mijn vrouw werkt met mij samen, maar is geen rabbijn. Ook zij geeft les over het Jodendom”, zo legt de rabbijn uit.
Voorzitter Loewenstein vertelt over 500 joden die hier voor de oorlog woonden, vooral veel vluchtelingen uit Duitsland. Op dit moment is Eindhoven een middelgrote joodse gemeente. Noord-Brabant telt ongeveer 1.200 potentiële leden en Eindhoven 62. “Er zullen er meer zijn, maar niet iedereen willen ervoor uit komen dat hij of zij jood is.” De rabbijn heeft contact met zo’n 350 joodse mensen, omdat hij niet alleen in Eindhoven werkt, maar in het gebied van Zaltbommel-Roermond tot Tilburg tot Boxmeer. “En we werken samen met de joodse gemeente Breda.”
Er blijken drie categorieën joden te zijn. “De Portugese joden, die hoofdzakelijk in Amsterdam wonen. Dan is er het Nederlands-Israëlisch Kerkgenootschap. Daartoe behoren wij. Het heet orthodox maar wij spreken meestal van de traditionele stroming. De derde is de Liberale Joodse Gemeenschap, met een modernisering van het jodendom. Zij hebben ook vrouwelijke rabbijnen”, aldus de voorzitter.
Eén keer per maand is er op vrijdagavond een maaltijd, voorafgaande aan de sjabbat. Daarvoor zorgt de vrouw van de rabbijn. Twee weken nadien is er een dienst, ook op de zaterdagse rustdag (sjabbat). Daarnaast zijn er diensten op joodse feest- en hoogtijdagen. “Tegenwoordig gaat de rabbijn daar meestal in voor. Vroeger was hij hoofdzakelijk de lesgever, nu is zijn pakket veel breder, tot mediator aan toe”, legt rabbijn Steinberg uit, die zeven jaar studeerde voor rabbijn. “In het jodendom staat het ambt niet boven de mensen. Je staat juist tussen de mensen in. Net als Mozes, die in de woestijn ook tussen de mensen stond.”
Intussen klinken achter een deur kinderstemmen: daar woont het gezin van de rabbijn. Zijn vier kinderen volgen gescheiden onderwijs (jongens en meisjes apart) op de orthodoxe joodse school in Antwerpen. “Ik rijd elke dag driehonderdzestig kilometer om ze te brengen en te halen.” Al meerdere generaties van zijn familie zijn jood. “Mijn vader was rabbijn in het Israëlisch leger. De rabbijn is een koheen van de stam Levi. Je moet weten dat er twaalf joodse stammen zijn, naar de twaalf kinderen van Jacob. De derde groep heet Levi. Zij waren priester in de tempel van Jeruzalem. Wij komen uit die stam en mijn voorvaderen werkten dus in de tempel”, aldus de rabbijn.
Elke week wordt er een sidra gelezen: een stukje uit de Thora. De rabbijn: “We proberen niet alleen de woorden te begrijpen, maar ook de diepere betekenis ervan. We hebben 613 wetten en geboden en proberen die zo veel mogelijk te begrijpen. Dat lukt nooit helemaal, hoor. Koning Salomon zei al: 'alleen God kan alles begrijpen'.”
Eén van de wetten zegt dat je tijdens de sjabbat geen vuur mag maken. De voordeur bijvoorbeeld heeft een beveiliging. Die deur mag die dag niet elektrisch geopend worden, want daarbij ontstaan vonkjes. Daarom gaat het slot er af middels luchtdruk. “Natuurlijk wordt er steeds gekeken hoe om te gaan met de moderne tijd. Sommige dingen waren er vroeger niet, zoals euthanasie, en daar moet een weg in gevonden worden. Tijdens de sjabbat mag er niet gekookt worden op een vuur. Daarom is de oplossing om op vrijdagavond te koken en het elektrisch warm te houden tot zaterdagochtend”, aldus de rabbijn.
Voorzitter Max Loewenstein is Nederlander en in het dagelijks leven werkzaam in de farmaceutische industrie. Hij zegt niet zo orthodox te zijn. “Ik eet thuis niet kosjer, ik eet geen varkensvlees en heb ook geen gescheiden keuken voor het bereiden van melk en vlees. Ik draag mijn keppeltje alleen hier binnen, niet buiten. Maar de rabbijn natuurlijk wel. Hij geeft het voorbeeld en laat zien hoe het wel zou moeten. De rabbijn verplicht je niet tot het eten van kosjer vlees, maar door het te verkopen geeft hij mensen wel de optie om het te gebruiken.” “En voor dezelfde prijs als bij Albert Heijn”, zegt de rabbijn lachend, gekleed in witte blouse en groen vest. Daaronder zijn de witte tsietsiet zichtbaar, de draadjes van het witte gebedskleed. “Gisteren had ik een blauw shirt aan. Als ik de kinderen wegbreng naar school, heb ik weer de witte blouse aan onder de zwarte jas, en de zwarte hoed op.”
Dan gaat het even over het joodse gebed. Na een jaar is de Thora uit en wordt er weer vooraan begonnen. “Over de hele wereld is de dienst op zaterdagochtend precies hetzelfde. Deze wordt in het Ivriet gedaan, het Israëlisch ofwel Hebreeuws. Wij staan het traditionele voor, maar enkele psalmen zijn sinds twee jaar toch in het Nederlands, ondanks dat we behoudend zijn. We hebben ook een grote facebookgroep. De gemeenschap is tegenwoordig veel meer naar buiten dan naar binnen gericht. Scholen en groepen kunnen ons ook komen bezoeken. We houden bovendien contact met de bisschop van Den Bosch”, aldus rabbijn Simcha Steinberg. Voordat een kijkje wordt genomen in de eigenlijke synagoge, de gebedsruimte, wordt nog wat informatie uitgewisseld over de film Shtisel, die op Netflix te zien is. Deze speelt zich af in een ultra-orthdoxe wijk in Jeruzalem. “Het is natuurlijk een film, maar benadert de waarheid vrij aardig. Al zijn sommige dingen wel uitvergroot”, zegt Loewenstein.
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android