Het geeft vleugels als je een bewoner van een historisch pand zo blij hoort vertellen over zijn huis. Bram Kooyman (90) vertelt maar al te graag over zijn Maastrichterweg 23 in Valkenswaard. Niet alleen over de bouwhistorie, maar ook over de vroegere bewoners.
De hoog-bejaarde heer Bram Kooyman had gezegd maar achterom te komen. Hij is inderdaad thuis en zit in de keuken op zijn praatstoel. De keuken doet denken aan de Swiebertjetijd; huishoudster Saartje of de burgemeester kunnen zó binnenstappen. Bram vertelt eerst nog even over de camper, waarmee hij er nog steeds op uit trekt en die op de centimeter precies in de schuur past. Op de vraag hoe hij in dit pand terecht is gekomen, legt hij uit in 1933 geboren te zijn in ’s-Gravenzande en na zijn studies rond 1955 te werk wordt gesteld bij Philips in Eindhoven. Bram trouwt, komt in de stad op een klein kamertje te wonen en wordt door Philips uitgezonden naar allerlei landen op de wereld. Hij woont meerdere jaren in Iran en in Tanzania. Intussen verhuist het gezinnetje naar een andere woning in de stad.
Op zijn vijfenvijftigste mag de gastheer met pensioen en komt het huis aan de Maastrichterweg te koop. Bram: “Ik dacht: hier kan ik beter mijn energie in kwijt, en dus heb ik het gekocht, 35 jaar geleden. Mijn vrouw tuinierde graag, ik kon mijn camper in de schuur kwijt en we zitten ook nog midden in het centrum van het dorp!” De gastheer is handig en goed in staat een dakgoot te repareren, de waterleiding te maken en een klemmende deur te herstellen. “In een oud huis is altijd veel te doen. Ik woon hier met veel plezier en wil er niet meer uit.” Vóór hem ligt een map met allerlei paperassen van het huis. “In 1999 werd het een gemeentelijk monument. Misschien had ik daartegen moeten protesteren. Je mag bijna niks.” Inmiddels is het grote pand volgens Bram twee keer doorgelicht door de Brabantse Monumentenzorg.
Dat Bram Kooyman blij is met het pand, blijkt wel uit de historie die hij heeft weten op te graven uit de archieven van het kadaster. “Het huis is gebouwd tussen 1720 en 1730. Er woonde een boer; het was een langgevelboerderij. Hij verkocht het in 1750 aan valkenier Verhoeven, die er dertig jaar woonde. Het heette hier ‘Heuvelmenneke’. Dan gaat het eigendom over op de bekende Valkenswaardse familie Jaspers die lange tijd eigenaar is. Trots toont Bram een kopie van de koopakte van 1788 van een huijsinge, stallinge, hoff en aangelag aan de Mastrigtse Straat. Dan gaat een opgewekte huiseigenaar voorop om zowel buiten als binnen een kijkje te nemen. Met ouderwetse klinken worden de deuren naar de tuin geopend.
Buiten ligt inderdaad een grote tuin, waarvoor Bram nog ’n vaste tuinman zoekt. De immense achtergevel wordt aandachtig bekeken en is goed te zien dat het voorhuis jonger is dan de bedrijfsruimte. Er zitten nog sporen van oorspronkelijk ramen. “Aanvankelijk was hier een buiten-wc, maar die ruimte is nu bij een nieuwe serre getrokken. Kijken we in de schuur, dan is duidelijk te zien dat de dak-balken zijn verstevigd, zodat het dak niet verder kan inzakken. Ook metalen trekstangen zijn aangebracht om alles te stabiliseren.” Aan de straatzijde van de schuur zijn nog twee kleinere vertrekjes.
Via een vpprmalige stal met ouderwetse vloer gaat de excursie verder naar een grote kelder onder de keuken. Een trap met tien treden geeft toegang tot de grote ruimte, die keurig wit gekalkt is. Het plafond is getoogd met bakstenen. “De vloer veeg ik af en toe een keertje aan”, aldus Bram en eenmaal weer boven zet hij een lekker kopje koffie. Vanaf de voordeur loopt de centrale gang van voor naar achter. Boven de voordeur glas-in-lood, bloemmotieven, net als boven de ramen. Een klein deurtje aan de straatkant geeft toegang tot een klein kamertje. “Ik heb gehoord dat dit kamertje werd gebruikt door mannen die hier hout lieten zagen. Dit was een kantoortje en dan werd hier betaald.”
In één van de vertrekken hangt een diploma van de vrouw van Bram, van de Vereniging van de Dordrechtse Huisvlijtschool. Veel van het interieur heeft de familie meegebracht van hun reizen en verblijven in het verre buitenland. De televisie staat op een olifantenvoet, op de vloer de huid van een Afrikaans rendier en aan de wand een fraai schild van de Massaï. “Ik had mensen in mijn fabriek die Massaï waren, en die het voor mij regelden. Mooi, hè?”
Aan de voorzijde buiten bevinden zich boven de ramen de zogenaamde kuiven. Bram: “Die waren beschadigd en ik wilde de ornamenten laten repareren. Dat was in 1995, en twee mannen, die ook aan de St.-Janskathedraal van Den Bosch gewerkt hadden, werkten gedurende een hele week in mijn garage om een mal te maken, te mengen, versieringen te repareren en twee nieuwe te maken. Vakmannen waren het. Dat vind ik nou zó leuk! Ook nieuwe knipvoegen zijn aangebracht”
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android