Een schans is een kleinschalig verdedigingswerk, waar bewoners zich kunnen verschansen als er rondtrekkende bendes worden gesignaleerd. In de regio van Valkenswaard liggen er meerdere. De heemkundekring gaat er tijdens een excursie een kijkje nemen en jij kunt meegaan.
Schansen liggen meestal in moeilijk toegankelijke gebieden. Rondom een stuk grond wordt een gracht uitgegraven. Het vrijkomende zand wordt gebruikt om aan de binnenzijde een wal op te hogen. Deze wal wordt beplant met een doornig gewas. Over de gracht ligt een ophaalbrug en in de wal zit een poort.
Wanneer zijn deze schansen aangelegd? Tijdens de Tachtigjarige Oorlog, van 1568 tot 1648, wordt de Kempenregio veelvuldig geplaagd door rondtrekkende bendes en muitende groepjes huurlingensoldaten. Omdat centraal gezag ontbreekt zijn de dorpen en gehuchten op zichzelf aangewezen. In deze tijd worden de meeste schansen opgericht, die vaak worden bemand door de ook in deze tijd opgerichte schutterijen.
Ieder gehucht of iedere buurt heeft wel een schans. Lommel kent zeven schansen, Neerpelt drie en Overpelt vijf. In Valkenswaard wordt al begin 1600 melding gemaakt van een schans in de Goorkes op het einde van de Kromstraat. Deze wordt dan 'die nieuwe schans' genoemd. Er was dus kennelijk ook al een nog oudere schans, maar hierover ontbreken vooralsnog meer gegevens. De oprichting van de 'Schanse van Weerde' staat beschreven in een document uit het archief van de abdij van Postel van 8 mei 1629.
Het 'leechwater velt' is volgens Mélotte en Molemans een laaggelegen terrein nabij de Venbergse Watermolen. Na 1629 wordt dit ook wel aangeduid als 'de schans'. Om zekerheid te krijgen rondom de locatie van deze schans heeft RAAP eerder dit jaar ter plekke een booronderzoek uitgevoerd.
Tijdens het veldwerk zijn verschillende greppels en grachten aangetroffen. Tegen de noordwestelijke perceelsgrens zijn deze klein en wijzen eerder op perceelsgreppels. Centraal en in het oosten en zuiden van het plangebied zijn grachten van minimaal 6 meter breed en 128 centimeter diep aangetroffen. Juist in het oosten ligt een bestaande greppel. Het booronderzoek heeft tevens enkele keramiekvondsten uit de 14de tot 16de eeuw opgeleverd. Dit materiaal lijkt van voor de oprichtingsdatum van de 'Schanse van Weerde'. De veldnaam het 'leechwater velt' impliceert dat het perceel in 1629 al in cultuur is gebracht, wat aansluit bij een melding uit 1500 van een 'vloeyt' en een daarachter liggend perceel genaamd 'leegh waterveld'.
Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied resten van de Schans van Weert worden verwacht en dat resten van grachten en sporen op het binnenterrein aanwezig kunnen zijn; ook de ingang is mogelijk bij benadering aan te wijzen. Proefsleuvenonderzoek Vanaf maandag 13 november krijgt het booronderzoek een vervolg in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Hierbij zijn belangstellenden welkom. Op maandag 13 november ’s middags en op dinsdag 14 november ’s ochtends geven leden van de werkgroep Archeologie tekst en uitleg ter plekke.
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android