De heren Frans en Frits van der Heijden praten graag over Dommelen. Niet alleen omdat ze daar al ruim zeventig jaar wonen, maar ook omdat ze op de hoogte zijn van de kleinste details rondom de ontwikkeling van het kerkdorp. Je leest het in het eerste deel van onze nieuwe serie: 'Dit is oud-Dommelen'.
Gelukkig deert het de herdershond niet als je achterom komt bij het pand dat nog steeds bekend staat als Café De Oranjeboom met bijbehorende boerenhoeve, links naast de brouwerij in Dommelen. Wat vroeger een koeienstal was, is nu opslagruimte van allerlei goederen die de heren in de loop der jaren verzamelen.
Frits (76) staat op een huishoudtrap en poetst de tl-buizen. De hoeveelheid licht groeit daardoor aanmerkelijk. Volgens Frits moet je het bedrijf elke vijf jaar laten keuren vanuit de verzekering, daarom de schoonmaakbeurt. Op een tafel liggen staakbonen te drogen. “Die gaan de soep in. Maar ik ga koffiezetten”, zegt hij en stapt naar beneden. “As ik oe muug ben, jaag ik oe buite”, zegt hij, gevolgd door een enorme lachbui.
Dan komt broer Frans (78) binnen. Hij doet zijn jas uit, legt zijn hoedje aan de kant en gaat mee de keukenkamer in. “Wij komen van Bergeijk”, zegt hij. “Daar zijn we geboren. Op 23 april 1953 word ik met paard en wagen naar hier gebracht en hij in de biggenmand van de overbuurman. Die was koopman en handelde in nuchtere kalveren en zo. Waar is de tijd heen.”
De vader van de twee mannen koopt de boerderij met café omdat de hoeve groter is dan die in Bergeijk. Dat het café daarbij zit, is volgens Frans puur toeval. “Het was aanvankelijk de bedoeling om het café helemaal niet te gebruiken. Maar buurman en brouwer Frans Snieders stimuleerde hem om toch ook het café uit te gaan uitbaten. En zo gebeurde het ook. Elke dag open was voor ons moeder veel te veel en toen is besloten om alleen open te gaan voor een vergadering of als iemand iets wilde vieren. Dan kon ons moeder voor ons zorgen en ook achter werken.”
LEES OOK: Dit is De Kreijenbeek: 'Het publiek is vergrijsd en vroeger waren er geen buitenlanders'
Als het gezin Van der Heijden naar Dommelen komt, wonen er volgens Frans 950 mensen. “Valkenswaard breidde uit, maar hier gebeurde niks. Wie trouwde, trok naar Valkenswaard, totdat pastoor Mercx eens op de preekstoel sloeg omdat er in zijn parochie slechts zeven dopelingen waren.” De twee broers gaan naar de jongensschool, die op dat moment nog gevestigd is in het huidige kantinegebouw, tegenover de brouwerij. Frits herinnert zich de verhuizing rond 1958 naar de meisjesschool. “Met paard en wagen verhuisde ik de schoolbanken.”
Waarom vinden jullie je nu echte Dommelnaren? Frans: “Het café is in 1983 gesloten, ons vader was toen ongeveer 70 jaar. In 1985 namen wij het boerenbedrijf over en pa stierf in 1989. Annie van den Heuvel was gestopt met De Dommelstroom en wilde in 2003 een feestje vieren in ons café. Dat mocht, maar ze moest het nemen zoals het was. Zo is het weer begonnen, totdat de burgemeester kwam sluiten.”
Op de vraag wat nou precies oud-Dommelen is, zegt Frits dat alles wat vóór 1965 is gebouwd, oud-Dommelen is. “Dat is de doorgaande weg, de Keersopperweg een stukje, de Kerkakkerstraat een stukje, de Keersop, Dommelstraat en de weg naar de Venbergen. Het was allemaal zandweg, ook de Groenstraat en de Monseigneur Smetsstraat.”
Frans vertelt over de ruilverkaveling van de zestiger jaren en is van mening dat hiermee de uitbreiding is begonnen. “Want op dát moment zei Valkenswaard dat ze wilde gaan bouwen.” De eerste zes woningen worden volgens de beide gastheren gezet in de Groenstraat, waarin kinderrijke gezinnen ontstaan. Behalve deze ingezette verandering benadrukt Frans dat ook het agrarische van Dommelen inmiddels is verdwenen. “Er is nu nog maar één boer met melkkoeien; de ijsboerderij aan de Luikerweg. Er is ook nog wat agrarisch aan de Venbergseweg, de rest is helemaal natuur.”
Dommelen heeft nu bijna 9.000 inwoners. Het publiek is veel veranderd sinds dat het er 950 waren. Frits: “Ook de verenigingen veranderden of breidden uit, zoals de voetbalvereniging en carnaval. Het gehucht moest een uitbreiding verwerken, met onder anderen de bloemenbuurt, die eigenlijk te groot was.”
Of de mannen nog veel contact hebben met de latere bewoners, zegt Frits: “We verkochten eerst nog aardappelen en spraken daardoor veel mensen. Als de kroeg met carnaval open was, óók. Dat was een gezellige tijd, maar nu is het heel wat veranderd.” Volgens hen begint op dit moment de gezelligheid weer wat terug te komen in Dommelen. “De uitbreiding begint nu weer op poten te komen, dat heeft z’n tijd nodig.” Gelukkig zijn de twee trots op hun dorp, al vinden ze dat er altijd wel mindere dingen zijn. Dan doelt hij op bepaalde grondtransacties uit het verleden en de verzakelijking van de brouwerij ten opzichte van toen.
Dan gaat het spontaan over de kerk en politiek van vroeger. Over de aanleg van de nieuwe weg en over invloedrijke Brabanders die beslissingen teweegbrengen. Als het tenslotte gaat over de relaties tussen Frits en Frans en de overige dorpelingen, zeggen ze: “Veel inwoners van Dommelen blijken nog nooit in Café De Oranjeboom geweest te zijn. De oude mensen weten hoe het zit, maar vorige week was hier nog een feestje en veel gasten uit de buurt waren hier nog nooit geweest en keken hun ogen uit. Laat het gebeuren. Wij hoeven niet van huis om contacten te hebben.”
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android