Afgelopen jaar schonk Valkenswaard24 aandacht aan de jumelage van Valkenswaard met Salvaterra de Magos in Portugal. Maar ook de vriendschap met Tienen in België is al enigszins beschreven. Ditmaal ligt de gemeente Schwoich in het Oostenrijkse Tirol onder de loep. Bij menig Valkenswaardenaar klinkt deze naam als muziek in de oren.
Schwoich presenteert zich graag als ‘klein maar fijn’. Er wonen slechts een paar duizend mensen op een hoogte van 584 meter, met prachtige wandelroutes, mooie boerderijen en natuurlijk een skigebied dichtbij. Je kunt er zó verliefd op worden. Dat dacht ook Jacques Rietra Sr., de vader van de huidige molenaar van de Venbergse Watermolen. Jacques Jr.: “Mijn vader was een echte Oostenrijkganger. Hij ontdekte het mooie land in 1963, was toen 44 jaar en passeerde voor het eerst de grens. Tot die tijd kwam hij af en toe eens in België en kampeerde als een uitje op de Malpie.” Tijdens zijn vakanties ontdekt Jacques bij toeval (hij neemt een verkeerde afslag) het dorpje Schwoich en raakt bevriend met de familie Johann Payr, die pensionkamers verhuurt. Payer is de oom van Peter Payr, de huidige burgemeester van Schwoich.
Jacques heeft de smaak te pakken en jarenlang komt hij in het Oostenrijkse plaatsje, waar het verhaal de ronde doet dat hij er meer dan dertig keer op bezoek is geweest. Herbert Sonnerer uit Schwoich meldt: “Mij is verteld dat de jongelui zeer geïnteresseerd waren in de dochters Rietra, speciaal de muzikanten van de Musikkapelle, maar ook vice versa.” Dan blijkt na verloop van tijd dat molenaar en horecaondernemer Jacques zomerbusreizen gaat organiseren naar Schwoich. Jacques Jr.: “Vaste klanten werden getrakteerd op een tiendaagse reis naar de bergen van Schwoich en omgeving met Frühshoppen, uitstapjes en rondritten. Ons vader organiseerde dat samen met zijn goede vriend Jan Swinkels van het plaatselijke reisbureau. Samen regelden ze onderdak voor de vaste gasten en ook muziekgezelschap Die Lustigen Dorfsfreunde ging enkele malen mee.” Onder de naam ‘Venbergen met de muziek mee’ trekken bussen vol jaarlijks richting Tirol en is Valkenswaard een graag geziene gast.
Sint-Catharinagilde
Ook anderen weten de weg naar Schwoich te vinden. Harm Carolus (79), destijds verbonden aan het Sint-Catharinagilde: “Onze goede vrienden Thea en Tiny Winters van café Crescendo uit de Bakkerstraat gingen altijd mee met de busreizen. Zij stelden voor om met ons vieren eens naar Schwoich te gaan.” Dat gebeurt en later gaat het viertal er nog vaker heen. “We hebben nadien de muziekkapel van Schwoich hier uitgenodigd om een concert te geven in Zaal Lavrijssen”, herinnert hij zich. De locoburgemeester van Schwoich is daarbij aanwezig en er worden plannen gesmeed om het Schützengilde hier uit te nodigen. Als deken-schrijver organiseert Harm samen met Vize-Bürgemeister Max Ritzer de eerste uitwisseling en het Oostenrijkse gilde komt op bezoek in Valkenswaard. Terecht is Harm nog steeds trots dat hij dit heeft gerealiseerd. Wil Janssens en Ad van Mierlo zijn nadien nauw betrokken geweest bij de volgende uitwisselingen van de gilden en noemen het jaartal 1989 van een uitzonderlijke uitwisseling. Enkele groepsfoto’s bij de molen duiden de jaartallen 1968 en 1988.
Toon de Natris, kastelein van toenmalig café Apollobar, behoort ook tot de vaste klantenkring van de Venbergse terrassen en wordt wel de ambassadeur van Schwoich genoemd. Hij organiseert onder andere een reis met de Hébrass Kapel, een blaaskapel die in zijn bar repeteert. Hun optreden is succesvol en wordt door Schwoich erg gewaardeerd. Als Toon na een ziekbed overlijdt, reist de kapel met zijn urn naar Schwoich waar volgens Carolus zijn as onder passende muziek in de bergen van Tirol wordt verstrooid. “Er zijn ook nog twee huwelijken gesloten tussen inwoners van Schwoich met Valkenswaardenaren.”
Schöne Städtchen
Tijdens een avondje telefoneren naar Oostenrijk blijkt dat de inwoners van Schwoich nog steeds erg enthousiast zijn over Valkenswaard. Niet alleen de naam van Ad van Mierlo waant nog rond, maar zeker ook Jacques Rietra staat nog scherp op hun netvlies. Ook de Brabantse gastvrijheid, het ‘superbier’ van Dommelen, het vlakke land en de watermolen worden steeds weer genoemd. “We zouden graag nog eens terugkomen naar dat schöne Städtchen Valkenswaard.” De busreizen vanuit de Venbergse Watermolen vinden plaats van 1974 tot 1986. Eén keer wordt op de terugweg zelfs het middenpad van de bus volg gelegd met planken uit Schwoich, bestemd voor het onderhoud van de Venbergse Watermolen.
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android