Luister
muziek
12 Mei 2021 14:03
Deel dit artikel:

Evert maakt kilometers en spreekt markante personen in tweede deel Pieterpad

Na de stormachtige dag van gisteren start dag vijf in Sleen, met als eindbestemming Gramsbergen. Maar eerst vertelt de Sleense gastvrouw nog over de talloze tegeltjes die ze altijd spaarde, met wijze spreuken. “Er is dan altijd wel iets om over te praten”, zegt ze en geeft de molen met wijsheden een draai. 

valkenswaard24
  / Evert Meijs
  • Beeld - Evert Meijs
Advertentie

Woensdag 05-05-2021 tot en met dinsdag 11-05-2021
Startplaats Sleen (Drenthe), aankomst dinsdag 11-05-2021 in Gennep. Totaal 331 kilometer afgelegd

Vandaag loop ik heel kort langs de grens met Duitsland en bijna het hele traject voert langs het water. Het weer is slecht en mijn poncho doe ik elk uur misschien wel vijf keer aan en uit. Voor het eerst zie ik een terreintje dat een gas- en/of olielocatie is van de NAM, met tanks en pijpen met draaikranen, die uit de grond komen. De stop in Dalerveen, gemeente Coevorden, is bijzonder. Gisteren zijn hier bloemenkransen gelegd bij een Joodse begraafplaats waarop nog één grafzerk staat.

Gevelsteen en blaashoorn
Een oud-schoolhoofd, hij woont in een pand waar achtereenvolgens vier burgemeesters woonden, vraagt of ik wil komen kijken naar de gevelsteen boven de voordeur. Sien en Jo Hoeve staat er op; blijkbaar een steen uit een oude boerenhoeve. Even verderop zit een oud baasje-met-sigaar de vroege ochtend te aanschouwen. In zijn dialect vertelt hij dat hij 84 jaar is en nu naast de oude molen woont: de möl’n. En inderdaad, er staat nog een halve romp van wat ooit een molen was, met nog twee molenstenen erbij. Hij wil mijn wandelstok ook graag even vasthouden, en dat zorgt voor een fotomoment.
Bij een spoorwegovergang is iemand bezig met grasmaaien. Een veiligheidsman in felgeel pak knoopt een praatje aan. “Ik draag de vijftonige hoorn, voor de veiligheid van de maaier, maar ook voor de fietsers die hier passeren”, zegt hij, en legt het verschil uit tussen de gele NS-treinen en de hier gebruikelijke blauw-witte treinstellen van Arriva. De juist passerende trein draagt de naam Willem Jan Baron van Dedem, ongetwijfeld de aanlegger van de Dedemsvaart.

Bijbel
De volgende dag wiegen kraaiennesten nauwelijks heen en weer in de hoge boomtoppen. Opvallend veel mensen in Hardenberg mopperen tegen mij over het lelijkste gebouw van het dorp: het gemeentehuis. De bloemenman en de schoenmaker vinden het walgelijk en spreken hun afschuw uit over het gele pand. Een eind verderop staat de deur open van de Hervormde Gemeente Beerzerveld. De kosters is toevallig aanwezig omdat de opa van een stel hier vroeger predikant was. Behalve koffie krijgt het echtpaar ook een boekje waarin inderdaad de naam Alewijk vermeld staat. Op de offertafel een indrukwekkende Bijbel, die ook een foto verdient.
Via Facebook komt er plots een warm aanbod om te overnachten bij een oud-bekende uit Boxtel, die al jaren in Nijverdal woont. Samen met haar man Arnold runde Lion het ambachtelijke meubelmakersbedrijf Hasko maatmeubelen in Nijverdal. Op dit moment hebben de twee kinderen Lotte en Stijn de meubelmakerij en de toonzaal en winkel overgenomen. Prachtig bedrijf, dat Lion graag laat zien, voordat de het avondeten opschept.
Nog niet eerder op één dag 33,3 kilometer gelopen. Om in Nijverdal neer te strijken heb ik halteplaats Ommen links laten liggen.

Via het Goudzoekerspad gaat de tocht door beukenbossen en langs een grote schaapskooi. Het waterleidingbedrijf heeft voor de wandelaars een waterkraan geïnstalleerd, midden in het bos. Een traktatie, want het wordt inmiddels wel 13 graden. Twee boerderijen van mijn komende overnachtingsadres verwijderd, woonden Albert Mol en zijn partner Bill en zie ik voor het eerst in het echt de televisietoren van Markelo. Morgen de dertiende etappe uit het boekje, van de in totaal 26.

De Zonnebloem
Zaterdag 8 mei via Laren naar Vorden. 22,7 kilometer gelopen. Dat heeft wat meer mogen zijn, maar de drukte en het slechte middagweer dwingen me naar een plek in Vorden zelf, bij Loes Molenmaker, die eigenlijk geen plaats heeft. Maar de kamer met het speelgoed van de kleinkinderen is voor mij meer dan prima; als ik maar kan slapen. Eerst nog in het centrum salade eten op de grond tegen een winkeletalage, onder een luifel. Loes vindt het fijn als ik samen met haar het avondbrood eet. Geen probleem. Ze voelt zich wat alleen en ik ben voor haar een welkome afwisseling. Ik mats haar door honderd Zonnebloem-brieven voor haar rond te brengen in de wijk en ‘s avonds vraagt ze me nog even terug voor koffie, koek en een babbel.

Op Moederdag start ik met de tweede wandelgids. “De andere twee B&B-gasten willen graag speltbrood, nou ja, dat breng ik ze dan om 09.00 uur. Heb je geen last van hen gehad, gisterenavond?” Eerlijk gezegd waren ze nogal luidruchtig, maar ja, het is ook hún feestje, zullen we maar zeggen. Tegen tienen vindt een emotioneel afscheid plaats. Loes krijgt van me een kaart met een Pieterpad-gebedje, gratis door mij meegenomen uit de PKN-kerk van het Gelderse Laren, de eerste Pieterpadkerk. Moge de weg voor u een begaanbaar pad zijn. Moge de wind u steeds in de rug waaien. Moge de zon met zijn warmte u in het gezicht schijnen, en de regen op milde wijze uw velden besproeien. En moge God u, tot wij elkaar opnieuw ontmoeten, bewaren in de palm van zijn hand.

Dan sluit oud-bekende André Spruijt aan om deze dag mee te wandelen van Vorden naar Zelhem. We buurten over wat ons in het leven bezig houdt. Wel even wennen, na acht dagen alleen op pad te zijn geweest.

De lekkere loempia van de Chinees eist zijn tol: mijn waterfles is in no time leeg. In Doetinchem bel ik bij een willekeurig huis aan en een aardige mevrouw biedt me aan om binnen te komen en de fles te vullen. “Wil je ook een bord soep? Wij hebben het net op.” Verrukkelijk. Na afloop biedt mij ze een folder aan van de Stichting In Grazige Weiden. Daarin wetenswaardigheden over de Antonijnse Plaag, de Zwarte Dood, de Spaanse griep en enkele Bijbel-citaten en als laatste over Jezus’ kruisdood. Ik bied haar mijn ansichtkaart aan met het gebed voor de Pieterpadwandelaar. “Het heeft zo moeten zijn dat we elkaar ontmoetten”, zegt ze uiterst vriendelijk, en met de heerlijke geur van pasgebakken brood ga ik verder.
Het is warm, zelfs wat drukkend, en de luchtvochtigheid is hoog. De was droogt nauwelijks, dus morgen opnieuw aan een wasdraad. Op het slaapadres in Braamt waarschuwen twee kindjes me voor een laaghangende stroomdraad voor het hondje. Binnen staat een tweepersoons douche vol met knoppen, lichtjes en meters tot mijn beschikking. Technische opleiding vereist.

Van Braamt naar Millingen aan de Rijn is het doel van de nieuwe dag. Volgens de gastheer is er een omleiding, aangezien je vanwege corona niet door Duitsland mag. Hij adviseert om dat tóch te doen. “Er wordt niet gecontroleerd, maar áls je een bekeuring krijgt, mij niet de schuld geven!”
Het ontbijt is superkarig: drie sneetjes brood, drie plakjes vlees en één koffie. Ook hagelslag en pindakaas. Maar goed, tegen negenen op weg en inderdaad: op enig moment in het Bergherbos loop ik tegen het mededelingenbord van het Pieterpad, dat doorgang alleen mag met een negatieve testuitslag van maximaal 48 uur. Gelukkig kan ik terugvallen op mijn gps en laat me naar Millingen sturen.

Eierkoek en broodje
Onderweg tref ik het niet. Bij een levenloze camping staat nog vóór de slagboom tegen een voordeur een tafeltje met twee stoelen, net onder den droge. Het is 13.00 uur en een eierkoek en broodje worden mijn deel. “Hoe zou jij het vinden als een vreemde op jouw grond gaat zitten?”, snauwt plots een dame die uit de voordeur tevoorschijn komt. “Ga een paar honderd meter terug maar kijken, misschien mag je daar gaan zitten!” Na haar aangesproken te hebben met “mevrouw, ge bent ‘ne goeie!”, trap ik het weer af, poncho aan en lunch weer in de rugzak. Het speelt zich af in Babberich, kort bij de spoorlijn.

Ogenschijnlijk kort bij het veerpont dat me over de Rijn moet zetten, blijkt de route ánders te zijn dan ik dacht: ik kom maar niet bij het scheepje. Een aardige man van 80 biedt aan om me op het goede pad te zetten. Parmantig stapt hij door en vertelt over zijn gezondheid, over de vriendinnen van zijn vrouw en over het Pieterpad dat hij destijds ook niet foutloos heeft afgelegd.
Na de overtocht met het pontje blijken er geen logies beschikbaar in Millingen en kijk ik verder. In Leuth is het meteen kassa: wel 5 kilometer verderop en met een blaar die onder mijn linkervoet is ontstaan. Maar eenmaal gearriveerd kom ik in een warm bad. Mevrouw Marie-Paul schenkt onmiddellijk koffie in en biedt aan om een driegangenmenu klaar te maken voor een spotprijs. Ze slaat mijn nog vochtige was door de machine en laat de droger draaien. Op de slaapkamer staat een elektronische piano die ik mag aanraken en zo wordt het een wonderlijk verblijf met mooie verhalen. Gastvrijheid ten top, terugdenkend aan de mevrouw in Babberich. Je bent dus gewaarschuwd!

'Sneller gelopen dan gedacht'
Oud-collega Henk heeft beloofd me met de auto op te pikken in Gennep, zodra ik daar arriveer. En zo gebeurt. “Je hebt veel sneller gelopen dan ik gedacht had”, zegt hij en belooft bij hem thuis in Rijkevoort eten, drinken, een bad en bed. Het is een warm weerzien en Henk vraagt honderduit over het leven van een Pieterpadwandelaar.
Morgen brengt hij me weer naar Gennep en na 25 kilometer wandelen pikt hij me dan nóg een keer op. Vind je dat niet geweldig? Ook een lintje voor die man! Tot volgende week.

Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android

Deel dit artikel:
Advertentie



Ga terug
Advertentie
Advertentie