In aanloop naar de bevrijding van Valkenswaard op 17 september zal Pieter Swinnen in meerdere artikelen de komende weken verslag doen van zijn herinneringen in oorlogstijd als kleine jongen, enkele jaren geleden opgetekend. Het verhaal speelt zich uiteraard af in Valkenswaard toen Pieter nog kleuter was en is deels in het dialect geschreven. Vandaag het eerste deel.
Ik, Pieter Swinnen, 4 jaar oud, werd op 9 augustus 1940 vijf jaar en weet me nog goed te herinneren dat de Duitsers Valkenswaard binnenkwamen. Of ze toen al ‘moffen’ genoemd werden, weet ik niet meer. Maar volgens mij was het op een zondag en mooi weer. Bij de volwassen mensen 's morgens op straat was een gespannen sfeer en ze spraken zeer opgewonden en bevreesd, want er werd gevochten bij het slachthuis achter, op de Leenderweg.
Wij woonden met ons vader en ons moeder en drie zussen op de Dommelseweg nummer 47, daar waar nu de friettent Snackpoint is. De meeste mensen gingen geleidelijk aan naar binnen van de schrik, maar na een poosje gingen ze weer naar buiten. Iedereen zette stoelen op de stoep. Wij hadden een grote witte bank op de stoep; die stond daar altijd.
Een groot georganiseerd leger trok voor onze ogen voorbij. Fascinerend; soldaten te voet, maar de meesten waren met paard en/of paardenwagen en met huifkarren, eindeloos lang. Het bleef uren en uren duren en afwisselend met auto’s en vrachtauto’s en enkele rupsvoertuigen en tanks. Kookwagens met grote ketels werden getrokken door paarden. Dat waren grote kookketels tussen 2 wielen. En dat alles ging met een slakkengangetje via de Dommelse Watermolen richting Antwerpen.
Op het einde van de oorlog, wij waren al lang bevrijd, gingen de vliegende bommen, V2’s, ook richting Antwerpen, maar dan door de lucht.
Aan de rechterzijde, ter hoogte van de notariswoning (de notariswoning staat er nu nog, weliswaar gerenoveerd), ging plotseling een paard aan het steigeren en sloeg op hol. Alle mensen vluchtten van schrik naar binnen. Het paard werd tenslotte opgevangen.
Agnes leerde mij in een half uurke fietsen en daar was ik heel erg blij mee. Ik ben ze daar nu nog dankbaar voor want het is toch afwachten of iemand anders dè ok gelukt war. Want zunne anlirder war ik toch ok wir nie. Agnes is later uit Valkenswird vertrokke; ik heb ze nooit mir gezien. Wie nog wel steeds op dezelfde plek wont is Anja Plompen met hur meskesnaam. Ik kwam ze lest nog us tege en we hebben nog wa gebuurt. Ik zeej tege hur dè ik nog an hur wiegske had gestaen en ze antwoordde dè ze dur nog steeds een trauma an over had gehouwe.
Een eindje verderop aan onze zijde, was Sigaren- en sigaretten- en snoepwinkel Peer Koks. En dan kwam Manufacturenwinkel Vrouwke De Wit. En nog iets verder sigaren- en sigarettenwinkel Maas. Schuin er tegenover was Bakker van de Zanden en dan Meubelmakerij met winkel Zeel Smets. Dan nog 2 groentewinkels, toentertijd groente-’boeren’genoemd. Die ene was Jans Mansveld en die ander Louis Coolen.
Pieter Swinnen nodigt zo veel mogelijk lezers uit voor een reactie op dit artikel.
Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android