Luister
muziek
26 Mei 2021 11:12
Deel dit artikel:

Laatste deel van Evert zijn Pieterpad: 'Een gelukkig mens!'

Voor het eerst tijdens mijn noord-zuidreis zegt de gastvrouw aan het Engelenhof in Sittard: “Morgenochtend ben ik al vroeg weg. Mijn partner zal nog slapen als je vertrekt. Ik zet alles voor je klaar. Zet zelf je koffie en kook zelf je eitjes. Trek de kasten maar open en pak fruit. Als je klaar bent sluit je de deur maar achter je.” 

valkenswaard24
  / Evert Meijs
  • Beeld - Evert Meijs
Advertentie

Maandag 17-05-2021 tot en met dinsdag 18-05-2021
Van Sittard naar de Sint-Pietersberg in Maastricht, met epiloog. Totaal 503 kilometer afgelegd gedurende 18 wandeldagen

‘s Ochtends staat alles klaar en de eitjes zijn zelfs gekookt. Tegen acht uur trek ik inderdaad de deur achter me dicht en zie de gemeente-arbeiders bezig om de Markt van Sittard schoon te maken. Via de oude Putstraat kom ik in de wijk Kolleberg. De naam doet me terugdenken aan Achel, waar dezelfde naam aan een straat verbonden is. De weg stijgt en links staan zeven kapelletjes met afbeeldingen over het leven van Jezus. Dan ineens ligt de tweede oudste stad van Limburg achter me en sta ik oog in oog met enorme landerijen, waarvan ik dacht dat die alleen maar in het noorden te vinden zouden zijn. Ik heb te hard geroepen.

Koets en tuig
Vóór me wandelen twee oudere dametjes met hun hondje over de steile veldweg. Het begint weer eens te regenen en ik vraag hen of ze een hoes over mijn rugzak willen trekken en zak wat door mijn knieën. Dat doen ze en hondje Sjakie begint fel te blaffen. “Kom je uit Valkenswaard!? Daar heb ik vroeger bij Van den Heuvel mijn koets gekocht, en naderhand in Achel het paardentuig bij Van de Wiel.” Wonderlijk, dat ook nu weer blijkt dat onze regio weldegelijk op de kaart staat. Als Sjakie weer bedaard is, loop ik verder richting Windraad. De wind striemt langs mijn gezicht en mijn handen worden ijskoud. Ik trek handschoenen aan terwijl de regen met bakken uit de hemel valt. In het open veld word ik van alle kanten aangevallen door de elementen, maar ik ga voort. Oranje jasje aan, pet op, poncho er overheen en samen met mijn wandelstok probeer ik de glibberige wegen en paden te bedwingen. Echt een moment waarop ik me afvraag waar ik aan begonnen ben.

Glibberige Limburgse grondsoort
Het doet me denken aan alle verschillende soorten wegen die ik de afgelopen tijd bewandeld heb. Behalve de slingerende veldwegen waren er ook de asfaltwegen, de holle bospaden, de grintweggetjes, de kronkelende zandpaadjes en de met betonplaten geplaveide routes. Naast de prachtige stenen van de Markt in Groningen liep ik ook over graspaden en schelpenpaden. De route langs het Van Haringsmakanaal, met de nieuwe schelpen, blijft me het meeste bij. Zo glibberig als de bospaadjes vandaag zijn, heb ik nog niet eerder meegemaakt. De boomwortels die omhoog steken, het puin dat door het stromende water bijeen wordt gespoeld en de glibberige Limburgse grondsoort maken het vandaag moeilijk om voortgang te maken. Wat ben ik blij met mijn degelijke wandelschoenen. In Schimmert komt eindelijk een hoeve in zicht en -terugdenkend aan de dame in Babberich- ik besluit in een landbouwschuur toch even te schuilen, brood te eten en de poncho en de jas even te laten uitdruppen. Een mevrouw komt buiten en zegt: “Kijk maar of je ergens op kunt gaan zitten. Eet lekker door en alvast een goede aankomst, morgen!” Zó kan het ook.

Even wordt het droog en is er gelegenheid om weer eens rond te kijken en te genieten van de vakbouwhuizen en het heuvellandschap. Weer schuifel ik voorzichtig over een paadje waar grote slakken met nog grotere huisjes oversteken. Af en toe kom ik iemand tegen die gisteren aan het Pieterpad is begonnen vanuit Maastricht. Soms vragen ze naar mijn ervaring, nu ik bijna vijfhonderd kilometer gelopen heb. Intussen valt op dat enkele vliegtuigen hun landingsgestel laten zakken, ten teken dat het vliegveld Maastricht-Aachen inmiddels kort in de buurt is.

Dialect
Tussendoor zie ik tijdens mijn voetreis kans om vijf keer nauwkeurig naar het lokale dialect te luisteren. Na wat babbelen over de taal vraag ik vijf mensen voor de aardigheid om een bepaalde zin in het dialect te zeggen, en neem dat dan op. Dat gebeurt in de stad Groningen, in Grolloo, Nijverdal, Vierlingsbeek en Susteren. Niet dat het een wetenschappelijk onderzoek is, maar het levert een boeiend gesprek op en een leuke vergelijking. De standaardzin luidt: “Wij zijn nu in..., ik ken Valkenswaard niet, maar het zal best een leuk dorp zijn.” Het resultaat van mijn mini-actie:

Bist hier in Grunnen, Falkeswaard ken ik nei, maar sal wel e mooi schier dorp wese.
Wij ben non in Grol, ik ken Valkenswaard niet, mar ‘t sal bes mooi durp wesen.
We bent nu in Nijverdal, ik ken Valkensweerd niet maar ‘t sal d’r wel mooi wèje.
We zèn nu in Bèèk, ik ken Valkeswaard nie, mar ‘t su wel ‘n mooi durp sien.
Vur zèn nou in Zusteren, ik ken Valkezwaard niejt, maar ‘t zal wel ‘n schoën dorp sehen.

Favoriet dialectwoord is voor mij tijdens de wandeling het woord huis. Het wijzigt bijna dagelijks in huus, hoes, hoës en hüs, de laatste twee met een korte klank.

Dan komt Strabeek in zicht, een deel van Valkenburg. Ik ben op de overnachtingsplek welkom na 17.00 u en dus besluit ik richting centrum van Valkenburg te gaan. De eerste de beste kerk die ik passeer is open. Aan een kaarsenstandaard hang ik mijn poncho even te drogen. Aan mijn stok hang ik de pet en het oranje jasje houd ik aan, tegen de kou. Misschien mag het niet, maar ik pak twee koekjes, een appel en een stukje worst terwijl ik de mooie glas-in-lood-ramen bewonder. Mijn vingers komen langzaam weer op temperatuur, waardoor ik binnenkomende appjes kan beantwoorden als ik in de bank zit. Na wat bekomen te zijn pak ik mijn biezen en eet in het centrum op een tochtig terras warme soep, frietjes met hamburger en enkele alcoholvrije biertjes. Dan naar Strabeek terug, langs Pretpark De Valkenier, nog een stuk jeugdcentiment uit mijn lagereschool-tijd. Een zeer steil pad, het Lijkpad, brengt me naar mijn slaapadres, dat inmiddels baadt in de zon. Een warme douche valt me ten deel.

Even Brabantse toerist
Ik kijk mijn laatste wandeldag om 07.00 u naar buiten en zie een mergellandschaap in de wei met enkele lammetjes. Daar word je blij van. Maar de lucht is gevuld met donkere wolken. Met de ‘erremoei’ van gisteren nog in mijn botten, trek ik voor het eerst twee shirts en twee wandelbroeken aan. Het ontbijt is heerlijk en de tocht gaat daarna via Berg naar Terblijt. Ook dit laatste dorpje is een juweeltje om te zien. De huizen, de vakbouw, een ledikant vol wandelschoenen en een fiets in een boom. En uiteraard stijgende en dalende smalle straatjes. Na Bemelen met de Bemelerberg komen enkele heuse mergelgroeven in de Limburgse hellingen langs en toornen plots de eerste kerktorens op uit de heuvels. Via de oostzijde van Maastricht leidt de wandelgids me naar het centrum van de bisschopsstad en voel ik me even geen Pieterpadder maar een Brabantse toerist. Over de oude Servaasbrug arriveer ik bij Fort Sint-Pieter. Enkele heren vragen of ik naar Santiago wandel. Ik help ze uit hun idee en na wat klimmen sta ik bij het overhangende uitzichtpunt over de mergelgroeven van de St.-Pietersberg; het eindpunt van mijn tocht die op 1 mei in Pieterburen begon en vandaag op 18 mei eindigt. De zon straalt. Een euforisch gevoel krijgt mij in mijn greep. Voor het eerst negeer ik zelfs een telefoonoproep van mijn zus. Machtig om zo’n lange tocht te hebben kunnen maken. Het geeft voldoening. Geen bossen met gladiolen, geen ontvangstcomité, geen champagne, maar trots op wat ik heb gedaan.

Epiloog
Het vertrek in Pieterburen ligt nog vers in mijn geheugen. Als ik nadien de foto’s terugkijk, en de verslagen teruglees, ben ik blij het Pad gelopen te kunnen hebben. Allereerst omdat ik heb kunnen ervaren hoe mooi Nederland is. Maar ook dat mijn benen mij en mijn pungel vijfhonderd kilometer verder hebben kunnen dragen. Fantastisch om dagelijks mensen te hebben mogen ontmoeten die ieder hun eigen verhaal te vertellen hadden en al of niet gratis een bed beschikbaar stelden. Uit de vele reacties blijkt dat ook de inleiding en de vier reisverslagen hun doel hebben bereikt. Kortom, ik ben zeker na het ‘Koningsnummer van de Nederlandse wandelpaden’ een gelukkig mens!

Download de gratis app van Valkenswaard24 en mis niets → Apple | Android

Deel dit artikel:
Advertentie



Ga terug
Advertentie
Advertentie